Ontbijten
en dineren
bij La Calestienne
|
La Calestienne heeft
geen restaurant en we serveren niet à la carte, maar wij verzorgen
wel maaltijden
voor onze gasten.
Wij serveren gevarieerde ontbijten,
óók
als je hier komt uitslapen, met home-made confituren,
gelei en choco, fruitsap van het huis, en honing van de
buren.
Als lunch voorzien
wij broodmaaltijden aangevuld met een uitgewerkt slaatje, fruit en een
nagerechtje; wil je overdag een tocht maken, dan kan je dit alles meenemen
als lunchpakket.
's Zomers kan je ook in de tuin eten.
We koken niet à la carte, maar voorzien copieuze en gezonde avondmalen met drie gangen. Gewoontegetrouw
wisselen we regelmatig van vlees- naar vis- en vegetarische schotels. |
|
enkele voorbeelden van onze
avondmenu's:
wortelsoep met daslookchermoula
in tuinkruiden gemarineerde schol of pladijs met Griekse pasta
bourdaloue-taart met Queen Victoria-pruimen (lees ook onderaan deze
pagina!).
quiche met erwtjes en gerookte forel uit Cendron
everzwijnragout met krulkool en bernagie-puree
stekelbessencake van het huis met rozijnen.
|
|
|
Belle fleur
double-,
transparente blanche-, belle fleur simple-, golden delicious-, belle de
Boscop- en quatresse simple-appelen,
Queen Victoria-pruimen en kroosjes, frambozen, krenten, rode, witte,
zwarte en stekelbessen uit de tuin en boomgaard worden verwerkt
in onze confituren, geleien, sappen
en desserts.
Daslook, vlierbloesem,
paardenbloemen en wilde paddestoelen als grote
parasolzwam zijn maar enkele van de
vele wilde planten uit de omgeving die in de keuken worden gebruikt.
Peterselie, tijm, citroenmelisse en bieslook zijn niet de enige kruidige
planten die uit de tuin gehaald
worden, maar ook citroentijm,
rozemarijn, marjolein, klaver-, veld-, en Spaanse zuring, Chinees
reuzenbieslook, bernagie, meloensalie, kleine pimpernel. mierikswortel,
roomse kervel, kleurige snijbieten, aardpeer, eeuwig moes, spruiten,
doorlevende prei, venkel, courgetten, brandnetel, bereklauw en lavas
worden gebruikt in onze soepen, slaatjes en hoofdgerechten. |
|
drank
bij La Calestienne |
|
We
bieden een uitgebreide kaart met streekbieren zoals de Fagnes
uit Mariembourg, het speltbier Joseph en het boekweitbier Sara van de
Brasserie de Silenrieux. En verder natuurlijk de trappistenbieren van
Chimay, Orval, Rochefort en Westmalle. |
|
|
Op gebied van aperitieven
valt hier
zeker de Griotte van Biercée te proeven. Daarnaast kan je uiteraard
ook de home-made vlierbloesem- en paardenbloemenkir degusteren, en de
avond eindigen met een P'tit Peket, een Waalse jenever, of kroosjes, kweeperen
of Japanse kwee op gin, ...
|
|
|
Liefhebbers van thee en kruidenthee zullen hun gading vinden in
onze uitgebreide "tisanière":
zwarte, oolong, groene en
witte thee; lapsang souchong en earl grey; Zuid-Afrikaanse rooibos en
bittere Argentijnse maté; munt, salie, linde en kamille, ... |
|
bourdaloue-taart
met
Queen Victoria-pruimen |
|
Eén van
de culinaire specialiteiten van La Calestienne is een combinatie van
zeventiende-eeuwse spraakvaardigheid, begintwintigste-eeuwse patisserie
en een touche locale: bourdaloue met Queen Victoria-pruimen uit eigen
tuin. |
In oorsprong is een bourdaloue een
amandeltaart met gepocheerde peren, volgens alle tot nu toe
geraadpleegde bronnen rond 1900 “uitgevonden” door “een” Parijse
patissier. Op het nummer 7 van de Rue Bourdaloue van die stad is er
sinds 2014 een bakkerij/patisserie met een in
het roze geschilderde vitrine met de naam Bourdaloue. Hier worden
(o.a.) de fameuze amandel-perentaartjes verkocht. Of de uitbaters de
link hebben gelegd met de voorwerpen die dezelfde naam dragen is me niet
bekend.
|
|
|
De
naam bourdaloue komt eigenlijk van een zeventiende-eeuwse jezuïet Louis
Bourdaloue, die op 20 augustus1632 geboren werd in Bourges, zo’n 250
km ten zuiden van Parijs. In de ongedateerde Nouveau Dictionaire
Universel van Maurice Lechatre werd de man “le
prédicateur du roi et le roi des prédicateurs” genoemd: de
predikant van de koning (Louis Quatorze) en de koning der predikanten.
Zelf hield Bourdaloue het bij « divin
précurseur »: de goddelijke voorganger. Terwijl op Wikipedia
vermeld staat dat hij vooral bekendheid verwierf door de kwaliteit van
zijn preken staat hij elders bijna exclusief gekend om de extreme
uitgebreidheid van zijn preken. Tegenwoordig kan je die allemaal nalezen
op www.abbaye-saint-benoit.ch:
daar staan zijn sermoenen, gebeden, lofredes, vermaningen, gedachten en
instructies in digitale vorm uitgespreid. De papieren versie van deze
“Oeuvres Complètes”
dateert van 1846 en telt zestien volumes. |
Tijdens
de ellenlange sermoenen voorzag deze man geen pauzes; toch beslaan
sommige van zijn preken in de Oeuvres
complètes (volledige werken) wel veertig bladzijden. Dat eiste
natuurlijk zijn tol: net als vandaag nog altijd waren er in de kerken,
zelfs in de jezuïetenkerken, geen sanitaire voorzieningen voor de
niet-geestelijken. Als ik de verhalen mag geloven hadden vooral de
vrouwelijke toehoorders moeite om hun plas op te houden. Wat de mannen
deden was blijkbaar niet belangrijk want daar lees ik nooit over. Of
bestond het publiek van Bourdaloue exclusief uit vrouwelijke fans? Om
toch maar niets van deze jezuïet zijn toespraken te missen gebruikten
de vrouwen een soort urinaal van faience of porselein. In het Frans, in
de Nouveau Larousse Universel van 1948 waren dit “des
petits urinoirs portatifs” of nog mooier “des
vases de nuit”. Elders worden ze “des
élégants réceptacles” genoemd, en ook wel vrouwenurinaals of
“des bourdaloues”. Ze lijken sterk op de twintigste-eeuwse “saucières”
maar hebben een afgeronde tuit in plaats van een spitse: opletten dus,
in de keuken!
Uiteraard waren deze voorwerpen enkel geschikt en
betaalbaar voor het betere volk. Vrouwen van deze klasse hadden tijd te
over om uren in een kerk te spenderen, droegen lange en wijde jurken
maar toen nog geen ondergoed zodat ze lichtjes wijdbeens door de knieën
konden gaan over de dikwijls zeer rijk versierde bourdaloues.
Deze
kleinoden zijn vooral gekend van de 18° en 19° eeuw. Zij werden in
heel Europa gefabriceerd maar ook, voor de export, in China en Japan.
Op 13 mei 1704, op
71-jarige leeftijd, overleed Louis Bourdaloue in Parijs. Een gedenksteen
in zwarte marmer sluit zijn graf af in de in crypte van de
Saint-Paul-et-Saint-Louis-kerk in het vierde arrondissement. Hij kreeg
een standbeeld op de Colbert-gevel van de Cour Napoléon in het Louvre.
Clevere mensen als
Lucinda Lambton opperen het idee dat deze associaties allemaal wishful
thinking zijn: er zijn geen vrouwenurinaals/bourdaloues gedateerd van
voor 1710 terwijl Louis Bourdaloue al overleed in 1704.
|
|
|
Mooi
verhaal?
Geïnteresseerd ?
Op
de toiletten van La Calestienne kan je verder studeren over dit
onderwerp, o.a. in
Philip
Van Kerrebroeck, 2009: Het kleinste kamertje: een historische, culturele
en medische anthologie;
Lambton,
Lucinda, 1983 : Chambers of delight;
Klauda,
Manfred, s.d.: Geschichte und Geschichten vom Nachttopf.
|
|
|
|
|